Grote bek
Als je opgroeit tussen Marokkaanse Joden in Dimona, een arme stad in het Zuiden van Israël, en je bent de enige Arabier op je school, en daarna wordt je de eerste Arabische nieuwsanker van Israël én je neemt niet bepaald een blad voor de mond, dan ben je eenzaam. En als je van elke mogelijke kant stront over je heen krijgt – van je familie omdat je een ‘slet’ bent die de eer te schande maakt, van Joodse Israëli’s omdat je een ‘vuile terrorist’ bent, van Israëlische Arabieren omdat je de vuile was buiten hangt en van de Palestijnen van de West Bank omdat je een ‘verwend nest’ bent die het maar makkelijk heeft daar in het goed georganiseerde Israël, tja, dan krijg je misschien vanzelf wel een grote bek. Om terug te slaan. Zoiets.
Laten we haar welbespraakt noemen, Lucy Aharish, de 35-jarige nieuwsanker van het nieuws- en actualiteitenprogramma Sichat hajom (het gesprek van de dag). En als je goed van de tongriem gesneden bent en dat in drie talen, dan moet je dat ook in durven zetten als het er toe doet.
In december 2016 wist ze de aandacht van zo’n beetje de hele wereld op zich te vestigen toen ze tijdens de uitzending van onberispelijk Ivriet naar smetteloos Engels overging: 'Op dit moment is in Aleppo, slechts 800 kilometer van Tel Aviv, een genocide gaande. Weet je wat? Ik zal preciezer zijn: een holocaust. Ja, een holocaust […] we staan erbij en kijken ernaar terwijl er elk uur kinderen worden afgeslacht.'
Na de gifgasaanval in Syrië afgelopen februari waren het de leiders van de Arabische wereld die het moesten ontgelden. 'De beelden die we gisteren zagen zijn geen fake news. Ze zijn oud nieuws. Waar is het Arabische leiderschap? Waar zijn jullie, verraders? Zijn jullie je eigen mensen vergeten?'
Fluisteren
Afgelopen week, na een bericht over een verdwenen Bedoeïenemeisje, waren het Arabische mannen en ‘eerwraak’ die onder vuur lagen. 'Ik leid mijn leven precies zoals ik wil, omdat ik geen mara (Arabisch voor vrouw) ben, maar een mens. Duizend keer meer waard dan mannen die denken dat ze boven mij staan omdat ze als man geboren zijn. De schande is niet de mijne, maar van jullie, waardeloze moordenaars.'
Maar het meest eloquente gebruik van de kracht van het woord was toen ze een paar weken geleden de wetgevers van haar eigen land aansprak op de chok haleöem, de nieuwe basiswet die Israël als Joodse natiestaat definieert (en het Arabisch als officiële taal doet vervallen). Ivriet volstond voor een geschiedenislesje van eigen deeg: '20 keer wordt het Joodse volk genoemd in de onafhankelijkheidsverklaring. Het woord democratie geen enkele keer. En dat hoefde misschien ook niet, omdat in de Joodse waarden iets zat wat sterker was dan dat: Joden weten wat het is om in donkere tijden te leven, om je moedertaal alleen zachtjes in jezelf te durven fluisteren. Het Joodse volk weet beter dan wie ook wat het is om vreemdeling, verstoten, tweederangsburger te zijn. Moeten jullie míj eraan herinneren dat dit de Joodse staat is? Of jullie zelf, omdat jullie de basis van dit alles vergeten zijn? […] Laat mij júllie herinneren aan wat jullie vergeten zijn: dit is het land dat mij een identiteitsbewijs heeft gegeven. Dit is de staat die, toen hij opgericht werd, begreep dat ik hier ook was. Dit is de staat die bepaalde dat ik hier als gelijke onder gelijken was. En vanuit die positie is het mijn plicht om de grondbeginselen van deze staat te eren. Maar het is mijn recht om te strijden voor de moraal en voor de waarden die jullie nu verkwanselen. Het is mijn recht om jullie eraan te herinneren dat ik hier ben. En dat ik nergens heen ga.'
Grote bek. Genadeloos gebruikt. Grandioos.