Heidens
'Wij hebben geen kerstboom want we zijn geen christenen en bovendien is het een heidens gebruik.' Dat schijnt mijn grootvader tegen mijn vader gezegd te hebben. En nu we het toch over heidense gebruiken hebben neem ik u graag even mee naar het eiland waar mijn voorvaderen vandaan komen. (Een deel dan, want het dekselse met voorvaderen is dat hoe verder je teruggaat, hoe meer het er worden). Schiermonnikoog.
Het afgelopen weekend werd daar Kallemooi gevierd, een feest dat tijdens de Pinksterdagen plaatsvindt. Op Pinksteravond, zaterdag dus, om middernacht wordt een bijna twintig meter hoge mast in het midden van het dorp omhoog gehesen. Aan de mast hangt een mand met daarin een haan. De haan blijft drie dagen in de mand zitten en wordt op ‘derde pinksterdag’ weer naar beneden gehaald en naar zijn eigenaar gebracht. Daarna wordt er gedanst en gedronken. Daarvoor trouwens ook.
Het feest vindt waarschijnlijk zijn oorsprong in voorchristelijke voorjaars- en vruchtbaarheidsfeesten, vaak met een meiboom en een haan, die wereldwijd symbool staat voor vruchtbaarheid. Vergelijkbare feesten vind je terug op het Duitse Waddeneiland Borkum, in Scandinavië en de Baltische staten en op één plek in Rusland. Met Kallemooi wordt de meimaand opgeroepen toch vooral te komen met al zijn vruchtbaars. Niet alleen het land wordt vruchtbaar gewenst, ook plachten de jongelieden van het eiland met Pinksteren een levensgezel, een ‘pinksterblom’ te vinden. Tegenwoordig ook nog, maar dat is soms maar voor één nachtje, en bovendien niet voorbehouden aan jongens en meisjes van huwbare leef- tijd. Het ligt voor de hand dat het feest ooit eerder in de mei- maand werd gevierd, maar dat het door de kerk is samenge- voegd met Pinksteren, wat dan weer eigenlijk Sjavoeot is. Wat vaststaat is dat Kallemooi al eeuwenlang op Schiermonnikoog gevierd wordt.
Hanencam
‘Dierenmishandeling, barbaars en niet van deze tijd’, zeggen een boel mensen. Sinds een paar jaar trachten activisten zich aan de mast vast te ketenen teneinde het hijsen van de haan te voorkomen. Zo ook dit jaar. Dierenwelzijnsorganisaties
stapten naar de rechter met het verzoek het hijsen van de haan te verbieden, maar deze zag hiervoor onvoldoende reden. Iemand anders stelde voor de burgemeester van Schiermonnikoog drie dagen lang in een Kip-caravan op te sluiten en in de mast te hijsen.
‘Traditie’, zeggen de eilanders. Die mand, dat is een flinke, van 1,40 meter bij 90 centimeter, de bovenkant is voorzien van plastic zodat de haan geen last heeft van eventuele regenval, er is voldoende voedsel voor drie dagen, en om het welzijn van de haan in de gaten te houden wordt de laatste jaren een webcam in de mand geïnstalleerd, de zogenaamde hanencam. ‘De haan, die heeft het daar prima, en na drie dagen mag hij weer terug naar zijn ren alwaar hij zich dan naar hartenlust kan vergrijpen aan de hennen.’ Dat is voor hen een #MeToo-mo- mentje, maar dat is dan weer natuur en daar kun je niks aan doen, tenminste, niet als je geen mens bent. Wij kunnen dat wel, dat heet beschaving.
Enfin, voor je het weet zit je opeens midden in een discussie. Of, discussie? Meer een heen en weer roepen: ‘het is traditie en waarom maak je je niet druk over die dertig miljoen haantjes die jaarlijks op de dag van hun geboorte worden vergast’ versus ‘jullie zijn achterlijk en gemeen’. Maar wat deze betrokken mensen natuurlijk eigenlijk willen zeggen is: ‘hoe verhoudt het belang van het bewaren en bewaken van tradities zich tot het je aanpassen aan deze tijd?’
Degenen die tegen onze tradities protesteren en vinden dat die (of elementen ervan) niet meer kunnen, willen ze soms zelfs verbieden. Zij dwingen ons stil te staan bij die tradities, om bij onszelf te rade te gaan en met elkaar in discussie te gaan. Waarom doen we dit ook alweer? Willen we dit nog wel op deze manier doen? Kan het ook anders? Moet het ook echt anders? Dat is belangrijk, want als wij zelf niet helder hebben waaróm we tradities in stand houden en waarom we dat juist op die ene manier doen, dan wordt traditie betekenisloos. En die haan? Die gaat nog wel een paar jaar de lucht in. ■